Bakkerijmuseum

Lekker boeiend

LEZEN: Een kleine geschiedenis van Tompoes
9-9-2022

Een kleine geschiedenis van Tompoes 

Mmmm... Tompoes, het bladerdeeggebakje dat je niet zonder knoeien kan opeten. Maar o zo lekker! In een recente VRT-radio 1 podcast Een snelle geschiedenis van... Tompoes vertelt Sofie Lemaire het ontstaansverhaal van het gebakje. Volgens dit verhaal zou de Tompoes in de negentiende eeuw in Nederland zijn ontstaan. Maar klopt dit eigenlijk wel? Wat is fabel en wat is feit? Wij zochten het uit!  

Tompoes: de ontstaanslegende van een gebakje 

We schrijven midden negentiende eeuw. Een Amsterdamse banketbakker vindt een nieuw bladerdeeggebakje uit. Dit gebakje bestaat uit twee lagen bladerdeeg met telkens banketbakkersroom ertussen. De bovenste laag is bedekt met suikerglazuur. De patissier doopt het gebakje ‘Tom Pouce’. De naam is een verwijzing naar de Amerikaanse circusartiest Charles Stretton die onder de naam General Tom Thumb optrad 

Zijn artiestennaam verwees naar zijn gestalte. Stretton was namelijk een persoon met dwerggroei. Tom Thumb wordt in het Nederlands vertaald als Klein Duimpje en in het Frans als –jawel- Tom Pouce. Charles Stretton aka General Tom Thumb maakte deel uit van het circus van Amerikaan Phineas Barnum. Dit succesvolle circus reisde wereldwijd rond en deed in 1844-1845 onder meer Frankrijk en Nederland aan.  

De act van Stratton viel zo in de smaak dat een Nederlandse circusartiest, ook een persoon met dwerggroei, onder de naam ‘admiraal Tom Pouce’ begon op te treden. Rond die periode kregen trouwens ook verschillende producten de naam ‘Tom Pouce’. Onder andere een restaurant, een polkadans, snuifdozen en chocoladefiguurtjes droegen deze naam. De naam ‘Tom Poucebleef dus plakken in Nederland. Zo ook bij die ene Amsterdamse banketbakker en zijn nieuwste creatie.  

 

Tompoes en de ‘duizend blaadjes’ 

Maar eigenlijk is het gebakje Tompoes helemaal niet ontstaan in Nederland. Het bladerdeeggebakje is simpelweg één van de vele varianten van de millefeuille. De millefeuille is een gebakje met drie lagen bladerdeeg telkens gevuld met banketbakkersroom. De bovenste laag is eveneens vaak bedekt met suikerglazuur 

Millefeuille of letterlijk vertaald ‘duizend blaadjes’ ontstond wellicht ergens in de zestiende eeuw. Toen waren de technieken zoals bladerdeeg maken en ingrediënten zoals suikerglazuur reeds voorhanden. De eerste recepten duiken op in 17de- en 18de- eeuwse Franse en Engelse kookboeken. In ‘The modern Cook’ van de Franse chef-kok Vincent La Chapelle uit 1733 draagt het recept voor dit bladerdeeggebakje voor het eerst de naam ‘millefeuille’. De term ‘duizend blaadjes’ verwijst naar de vele lagen deeg. In plaats van banketbakkersroom had de oorspronkelijk millefeuille gelei of confituur als vulling 

Eerste recept met naam ‘Tom Pouce’  

Een eerste recept van het bladerdeeggebakje met de naam ‘Tom Pouce’ staat in het Nederlandse kookboek ‘De Hedendaagsche banketbakkerin 1875. Dit boek werd geschreven door de Amsterdamse banketbakker Anthonie Failli. Een eerste uitgave van dit boek verscheen al in 1854 maar het recept voor het Tom Pouce gebakje is pas latere edities opgenomen. De Nederlandse versie van de millefeuille bevat maar twee lagen bladerdeeg ipv. drie. Dit heeft misschien te maken met de Nederlandse zuinigheid volgens voedingshistorica Christianne Muusers. 

 

 

(Recept uit Hedendaagsche Banketbakker, Failli, A., 1890, 5de druk, Kenniscentrum Bakkerijmuseum) 

Failli’s boek bevat honderden binnen-en buitenlandse recepten, onder andere uit de Franse keuken. Waarschijnlijk heeft de Amsterdamse banketbakker het recept van de millefeuille bij zijn Franse collega’s gehaald en een Nederlandse toets aangegeven. Bij de introductie van het gebakje gebruikte Failli de toen al beroemde naam in Nederland ‘Tom Pouce’. De naam klinkt overigens net iets beter in de Nederlandse tongval dan de Franse term ‘millefeuille 

Haalde Anthonie Failli zijn inspiratie voor de naam Tom Pouce bij de circusact van Stratton of bij diens Nederlandse evenknie admiraal Tom Pouce? Of nog elders? Dat valt moeilijk te zeggen. Vast staat dat tot op vandaag brood-en banketbakkers namen geven aan hun nieuwe producten, vaak  verwijzend naar een beroemd persoon of gebeurtenis. Denk maar aan de vele ‘corona- of vaccinatietaarten’, het Smurfenbrood, Pêche Melba, .. Het is een aloude verkooptruc om broden en gebak klinkende namen te geven.  

Gebeten om meer te weten? 

Wil je weten hoe een Tompoes gemaakt wordt? Kom dan op woensdag 14 september naar onze laatste Truken van de Foor   

Beluister via deze link de podcast over Tompoes: https://radio1.be/luister/podcast/snelle-geschiedenis/1/5    

Lees het artikel van de Nederlandse voedingshistorica Christianne Muusers: https://coquinaria.nl/oranjegezinde-tompouce/  

 


Bakkerijmuseum

Bakkerijmuseum

Ieperse Steenweg 137, 8630 Veurne
+32 58 31 38 97 (enkel tijdens openingsuren)
bakkerijmuseum@veurne.be

Blijf op de hoogte


In samenwerking met